In de zomer van 1566 raakten de gemoederen overal in de Nederlanden oververhit. De Beeldenstorm, voortgekomen uit religieuze, sociale en politieke spanningen, greep razendsnel om zich heen. Het was een gebeurtenis die het Spaanse bewind in Brussel deed wankelen op haar grondvesten. Een antwoord van koning Filips II kon niet uitblijven: hij stuurde zijn belangrijkste generaal, de hertog van Alva, met een leger om orde op zaken te stellen. Eenmaal aangekomen in Brussel, stelde Alva een speciale rechtbank samen om de beeldenstormers op te sporen en te bestraffen: de Raad van Beroerten. Ook Mechelen ontsnapte niet aan de Beeldenstorm. Op 23 augustus 1566 dreigden de geestelijke instellingen van Mechelen ten prooi te vallen aan de vernielzucht van vele beeldenstormers. Grootschalige vernielingen werden door het stadsbestuur voorkomen door drank uit te delen onder de menigte en door honderden Mechelaars de stad uit te sturen.
Commissarissen namens de Raad van Beroerten bezochten Mechelen verschillende keren gedurende de periode 1567-1569 en tekenden hun verslag op. Hun bevindingen zijn in het Algemeen Rijksarchief Brussel terug te vinden. Ongeveer 150 personen uit Mechelen zijn door de Raad van Beroerten veroordeeld. De meesten van hen waren tijdig naar veiliger oorden gevlucht. Wat hadden mannen als Gerard van der Aa, sleuteldrager van de stad, en de Mechelse kunstenaars Johan Maes en Jan Van den Eynde precies misdaan? Waar woonden de beeldenstormers in de stad? Hoe ging de Raad van Beroerten te werk? Tijdens de lezing wordt uitgebreid stilgestaan bij deze en andere vragen.