Anoniem, Albasten reliëf met voorstelling van de Verrijzenis (ca. 1556-1560), Stedelijke Musea Mechelen, inv.nr. B/688
In het voorjaar van 2011 kochten de Stedelijke Musea Mechelen een huisretabel met een middenpaneel in albast, te dateren rond het midden van de 16de eeuw. De maker ervan is onbekend, maar het gaat hier zonder enige twijfel om een Mechels werk. Het albasten middenstuk toont een verrezen Christus, met kruisstaf en vlag in de linkerhand, boven enkele slapende of zojuist wakker geworden wachters. Deze kijken verbaasd op hoe Jezus door twee engelen uit de dood is opgewekt. De twee vingers van de rechterhand waarmee Christus gebaart, wijzen op Zijn dubbele natuur, die van mens en God.
Albasten reliëfs zijn een typisch voortbrengsel van de Mechelse kunstnijverheid. Tussen de jaren 1560 en 1630 was de Dijlestad zelfs een van de belangrijkste Europese centra voor de vervaardiging van dergelijke kleinoden. De voorstellingen waren meestal bijbels: Lot en zijn dochters, het Oordeel van Salomon, de Aanbidding van de Herders of de Drie Koningen, of het Laatste Avondmaal. Scènes uit het Oude en het Nieuwe Testament gaven de eigenaars van deze tafereeltjes de gelegenheid om zich thuis even in devote meditatie af te zonderen. We gaan er althans van uit dat het voor de gewone ambachtsman financieel haalbaar was om een albasten reliëf te kopen. Een schilderij of een gepolychromeerd beeldhouwwerk was stukken duurder. De reliëfs waren meestal op houten paneeltjes geplakt en voorzien van een papier-maché kader. Als gevolg van het krimpen en zwellen van de houten dragers barstte het albast vaak. De afmetingen van deze reliëfs waren vrijwel steeds gelijk: 10 x 12 cm.
Dat juist in Mechelen het snijden van albast tot een hoogtepunt kwam, is geen toeval. Binnen de ambachtelijke organisatie van de stad vormden zij samen met de houtbewerkers het gilde van de “cleynsteeckers”. Albast is immers, evenals veel houtsoorten, een betrekkelijk zacht materiaal, dat met een mes gemakkelijk kan worden bewerkt. De kennis die de makers van de befaamde poupées de Malines sinds de 15de eeuw hadden verworven, kon binnen dit gilde eenvoudig worden doorgesluisd naar de albastsnijders.
Mechelse albastsnijders hadden in de figuur van Jan Mone (ca. 1480-1554) een beroemd voorbeeld en voorganger. Geboren in Frankrijk, woonde hij sinds 1524 in Mechelen. Hij sculpteerde diverse indrukwekkende grafmonumenten en, in opdracht van Karel V, een dubbelportret van de keizer met zijn echtgenote Isabella van Portugal.
Ook vervaardigde hij huisretabels voor de meer gefortuneerde tijdgenoot. Deze werden in veel gevallen ingewerkt in een rijk verguld kader.
Ook het in 2011 aangekochte retabel heeft zo’n prachtige lijst. Helaas is het niet volledig. Doorgaans bevindt zich boven het postament (het deel boven de twee zuiltjes en het reliëf) namelijk nog een fraai gesculpteerde bekroning. De omlijsting met zijn mythologische motieven lijkt op het eerste gezicht merkwaardig, maar is kenmerkend voor de Florisstijl, genoemd naar de Antwerpse architect en kunstenaars Cornelis Floris de Vriendt (ca. 1513-1575), waarin het geheel is uitgevoerd. Florale ornamenten, fabeldieren en putti zijn erop afgebeeld met links en rechts van het reliëf gecanneleerde zuiltjes. Deze laatste zijn opnieuw uitgevoerd in albast.
Cornelis Floris staat overigens nog op een tweede manier in verband met dit werk, want het werd gemaakt naar (of als ontwerp voor?) een vergelijkbaar reliëf voor het grafmonument van Adolf III von Schaumburg (1511-1556), aartsbisschop en keurvorst van Keulen, door Keizer Karel in 1547 tot dat dubbele ambt verheven.
Wie geïnteresseerd is in Mechels albast kan op de website van de Stedelijke Musea Mechelen (http://www.stedelijkemuseamechelen.be) terecht. Alle albasten reliëfs en beeldhouwwerken zijn er te bekijken door bij “Uitgebreid zoeken” onder de optie “Materiaal” het woord “albast” in te vullen.
Wim HÜSKEN
Conservator
Stedelijke Musea Mechelen