Skip to Content

Een merkwaardig gebed: "Krachtig gebed van Keizer Karel"

Type: 
Mededelingenblad
Auteur(s): 
Kocken, Marcel
Jaargang: 
40
Nummer: 
1
Plaats van uitgave: 
Mechelen
Jaar van uitgave: 
2009
Pagina's: 
7-12

Toen mijn tante Lies (°Mechelen, 1902 -†Mechelen, 1976), mijn meter, overleed vonden we in een hoekje van haar portefeuille een minuscuul opgevouwen, vergeeld en deels verfrommeld papiertje. Nieuwsgierig als ik was, ontvouwde ik voorzichtig het papiertje en las, tot mijn grote verbazing, de titel Krachtig Gebed van Keizer Karel. De verbazing was des te groter daar ik mijn tante nooit de kerk heb weten bezoeken en ze verder weinig of geen belangstelling had voor geloofskwesties, laat staan voor bidden, kruiskens maken of andere kwezelarijen.

Ik begon echter het Krachtig Gebed van Keizer Karel, waarover ik reeds vaak één en ander had horen vertellen, te lezen. Die lectuur wil ik de ongeduldige en/of nieuwsgierige lezer/lezeres niet onthouden. Ziehier het Krachtig Gebed van Keizer Karel.
Vooreerst de technische kenmerken van het documentje: hoogte 15 cm, breedte (opengeplooid) 20 cm; 4 bladzijden; papier. Drukker: Antwerpen, Jos Janssens, z.j. De originele spelling, ook het gebruik van hoofdletters, werd gerespecteerd.


[p. 1.]
“KRACHTIG GEBED
van Keizer Karel
tot het H. KRUIS CHRISTI
dienstig voor alle Menschen.
Dit gebed is gevonden op ’t H. graf onzes Heere in ’t jaar 1505, en gezonden van den Paus aan Keizer Karel als hij ten strijde ging, en gezonden tot Sint-Michiel, in Frankrijk, daar gij het zult vinden, wonder schoon uitgedrukt met vergulde letters. Zoo wie dit Gebed dagelijksch leest of hoort lezen of over hem draagt, of dagelijksch vijf vaderonzen en vijf weesgegroeten leest ter eere van de bitter
passie van Jesus-Christus, zal niet haastelijk sterven, noch in geen water verdrinken noch in geen vuur verbranden, geen venijn zal hem


[p. 2.] hinderen, noch niet vallen in de handen zijner vijanden, noch in geen Bataillien overwonnen worden. Als wanneer dat er een vrouw in arbeid is van kinderen [= aan het bevallen is] en blijde moeder wezen en als het kind geboren is zoo legt dit Gebed in de rechter zide, het zal van 82 [sic] ongelukken bevrijd zijn. Al [= Als] gij op straat een persoon ziet vallen, met St-Jan of Cornelius ziekte [= epilepsie], zoo legt hem dit Gebed in zijne rechterzijde hij zal opstaan en verblijd wezen; en die dit gebed schrijft van d’een tot ander huis die wordt van mij gebenedijd zegt den Heer; en die daar mede spot wordt van mij vermaledijd.
Geloof dit vastelijk dat hier geschreven staat het is zoo vast als het Evangelie. Daar [= Waar] dit gebed in huis is kan er geen schade geschieden van donder of bliksem, en die dit Gebed dagelijks leest of hoort lezen, die zal drij dagen voor zijne dood een teeken hebben van God en daaruit verstaan: dit is mijne sterfdag.
Aanroeping tot het H. Kruis Christus
Gebenedijd Heer Jesus-Christus, gij zijt gestorven aan den galgen-boom des +[hierbij dient de gelovige telkens het kruisteken te ma-ken] Kruis voor onze zonden altemaal. O H.[eilig] + Kruis Christus zijt met mij, H. + Kruis Christus zijt mijn betrouwen, H. + Kruis Christus zijt mij een waarachtig licht mijner ziele zaligheid.

[p. 3.] H. + Kruis Christus keert en weert van mij alle snijdende zweerden. H. + Kruis Christus keert van mij alle wapenen. H. + Kruis Christus keert van mij alle kwaad. H. + Kruis Christus stort in mij alle goed. Door het H. + Kruis Christus kome ik op den weg mijner zaligheid. H. + Kruis Christus keert van mij allen nood des doods en geef mij het eeuwig leven. H. + Kruis Christus behoudt [= behoedt] mij van allen nood des lichaams. Dat H. + Kruis Christus aanbidde ik altoos.
O gekruiste Jesus van Nazareth, ontferm u mijner, opdat den boozen vijand [= de duivel] van mij mag vliegen, zienlijke en onzienlij-ke [= zichtbare en onzichtbare duivels] van nu tot in der eeuwigheid. Amen. 

In de eere van Jesus-Christus dierbaar bloed, passie en schandelijke dood.
In eere van zijn H. Verrijzenis en goddelijke Menschwording waar-door Hij ons heeft willen brengen tot onze zielezaligheid, alzoo waarachtig als Jesus geboren is op kerstnacht, alzoo waarachtig als Jesus besneden is op den Maandag [sic], alzoo waarachtig als de drij koningen offerande deden op den dertienden dag, alzoo waarachtig als Jesus gekruist is op goeden vrijdag, alzoo waarachtig als Nicodemus en Joseph, Jesus van het Kruis deden en hem in het graf legden, alzoo waarachtig als Jesus ten hemel is opgeklommen zoodat den heer Jesus mij wilt bewaren tegen alle mijne vijanden, zienlijke en onzienlijke van nu tot in der eeuwigheid. Amen.

[p. 4.]
Jesus, Maria, Anna, Jesus, Maria, Joseph,
Jesus, Maria, Joachim
GEBED
O Heere Jesus, door de bitterheid die gij voor mij geleden hebt aan het Kruis bijzonderlijk als uw allerheiligste ziel geschieden [= ge-scheiden] is met uw lichaam, ontferm u mijne ziel als zij zal gescheiden zijn uit de wereld. Amen.
O Jesus geef mij moed mijn Kruis met u te dragen, en leert mij ook dat ik mag lijden zonder te klagen, en dat het lijden mij verheugd dat ik make van den nood een deugd. Amen.
De macht des vaders wilt mij bedekken;
De wijsheid des Zoons wilt mij regeeren;
de gratie en de sterkte des heiligen Geest wilt mij bewaren.
De Allerheiligste Drijvuldigheid wilt mij ontvangen en brengen mij-ne ziel tot in het eeuwig leven. Amen.
[Onderaan staat nog:]
Vidithâe 6 apriles 1731 [sic]
C.J. LEINESS, Lib. Confor.
Drukk. Jos Janssens, Hopland, 41, Antwerpen” 

Tot zover de originele tekst van dit Krachtig Gebed.


OP- EN AANMERKINGEN:
1. Het gebruik van de uitdrukking “de boze vijand” verwijst naar de duivel. In de 17de-eeuwse heksenprocessen (ook in Mechelen) wordt de duivel steeds als de boze vijand omschreven. Dit zou kunnen betekenen dat de oertekst van dit gebed uit de 17de eeuw da-teert.
2. De woorden “weert van mij alle snijdende zweerden” zou erop kunnen wijzen dat de oertekst van het “Krachtig Gebed” opgesteld werd voor het algemeen gebruik van vuurwapens.
3. De gebruikte spelling, het gebruikte lettertype en de vermelding van de Antwerpse drukker Jos Janssens, zijn m.i. tekenen dat de editie van het door ons hierboven gepubliceerde “Krachtig Gebed”, gedrukt werd in het prille begin van de 20ste eeuw. Dit laat me ver-moeden dat dit verfrommeld blaadje papier allicht van mijn grootmoeder, de moeder van mijn tante Lies, zou kunnen afkomstig zijn. Mijn tante Lies bewaarde het hoogstwaarschijnlijk als een relikwie, een aandenken aan haar moeder, zoals mijn moeder een haarlokje van haar bewaarde. Mijn grootmoeder, Irmina, Dorothea De Meyer, (°Mechelen, 1864) overleed in Mechelen in 1934. Zover ik uit familieverhalen kon opmaken, was zij wel vroom, zonder echter in kwezelarijen of pilaarbijterij te vervallen.
 



Bookmark deze website 
Bookmark deze pagina