Skip to Content

Dr. Adolf Monballieu levert postuum bijdrage aan internationaal topwetenschappelijk onderzoek.

In Knack van 15 augustus 2012 (jg. 42, nr. 33, p. 74-75) gaat journalist Jan Braet in op het onderzoek dat Dr. Adolf Monballieu in de jaren 1960 voerde. Die studie was en is nog steeds baanbrekend en werd gepubliceerd in de Handelingen. Monballieu was ereconservator van het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten en een internationaal befaamd Bruegelkenner. Hij was een trouw lid en ondervoorzitter van onze Kring en overleed in 2010.

Kunstwetenschapper Manfred Sellink heeft zopas in een oeuvre-catalogus van Pieter Bruegel de Oude (ca. 1525-1569) alle werken accuraat beschreven. Daarbij is de discussie over meerdere topkunstwerken van de Vlaamse meester opgelaaid, want de authentieke bronnen zijn zeer schaars. Het onderzoek van Monballieu wordt nu terug van onder het stof gehaald. Hij publiceerde in de Handelingen van 1964 (dl. 68) over de samenwerking met de jonge Bruegel en een andere jonge kunstenaar uit Mechelen, Pieter Baltens, in de St.-Romboutskathedraal. Door hun altaarstuk voor de gilde van de handschoenmakers precies te dateren in 1551, achterhaalde hij dat Bruegel al in 1550 als schilder actief was, nog voor zijn inschrijving in Antwerpen. Deze ontdekking was van zeer groot belang in de internationale kusntwereld omdat daardoor met grotere zekerheid een aantal vroege werken aan de kunstenaar konden toegeschreven worden.

Monballieu toonde ook de belangrijke contacten die Bruegel in Mechelen aanknoopte met vooraanstaande lieden, verbonden aan het Hof van Keizer Karel, en die hem voor zijn verdere schilderscarrière ongetwijfeld beïnvloed hebben. Monballieu bestudeerde dit verder en publiceerde er telkens over in de Handelingen in 1969 (dl. 73), 1971 (dl. 75), 1972 (dl. 76), 1976 (dl. 80), naast andere artikels over bekende kunstenaars en kunstwerken in Mechelen. Uiteindelijk slaagde hij erin de personen die in wereldberoemde ‘Parabel van de blinden’ afgebeeld staan, met naam en toenaam te herkennen als lutheranen. Het zou gaan om de Brusselse tapijtwever Willem de Kempeneer en zijn broers, in het spoor van een al in de goot gesukkelde man (volgens Monballieu een echte blinde, terechtgesteld om zijn geloof).

Het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek van Dr. Monballieu krijgt dus opnieuw de volle aandacht van de internationale kunstwereld. Samen met het allermodernste instrumentarium, waarbij de signatuur, compositie, beeldopbouw en schilderstechniek onderzocht worden, levert ook Dr. Monballieu zijn postume bijdrage aan de puzel.

 

Herwig De Lannoy
 

(Deze tekst verscheen in het Mededelingenblad, jg. 43, nr. 4, okt.-nov.-dec. 2012, p. 4).



Bookmark deze website 
Bookmark deze pagina