Skip to Content

Marcel vertelt... over racisme en onverdraagzaamheid in de 16de en 17de eeuw

Type: 
Mededelingenblad
Auteur(s): 
Kocken, Marcel
Jaargang: 
42
Nummer: 
3
Plaats van uitgave: 
Mechelen
Jaar van uitgave: 
2011
Pagina's: 
13-15
Na te bestellen?: 
Ja

Racisme en onverdraagzaamheid zijn niet eigen aan de 20ste en/of 21ste eeuw. Van de hand van de Vlaamse rechtsgeleerde Joost de Damhoudere (° Brugge 1507, + Antwerpen, 1581) verscheen in 1555 in Leuven Practijcke ende handbouck in criminele zaeken, dat meermaals werd herdrukt en heruitgegeven, zo o.m. in 1616, toen bij Hendrick Laurenssz in Amsterdam de Damhouders’ handboek verscheen onder de titel Practijcke ende Hant-boeck in criminele saecken, het boek dat we gebruikten om onderstaande bijdrage samen te stellen.

Wie oud recht kent of bestudeert, is vertrouwd met gruwelijke straffen zoals het opknopen, de brandstapel, het onthoofden, het geselen ‘tot den loopenden bloede’, het brandmerken e.a.m., om over de tortuur of ‘pijnlijke ondervraging’ nog te zwijgen.

In de Damhoudere’s handboek inzake criminele zaken, komen toch wel zeer zware straffen voor, voor feiten waar wij, 21ste-eeuwse mensen, heel anders tegenaan kijken. Nemen we nu capittel 96 Van vuyle faicten jeghens der Natuer. Het is een hoofdstuk dat zedenfeiten behandelt.(1) De aanhef luidt: De sonde jeghens natuere is d’alderzwaerste... De sonde jeghens natuer is drijderhand:met hem selven, met menschen, met beesten… Hoe wij Turcken, Sarazijnen, Joden ende dierghelijcke honden ende beesten heeten.(2)

Hier volgt een uittreksel uit de originele tekst van het hoofdstuk in verband met seksuele contacten met moslims en joden: Daer is noch een ander specie die schijnt wat ghemeenschap te hebben met de voorschreve specie en oock soo ghepunierdt (3) wordt. Nochtans inder waerheyt isse seer vreemde vande voorgaende specien, want sij niet jeghens natuer en is, maer nochtans ter consideratie ende aenmercke van onsen gheloove, isse voor sulcke gehouden, ende de misdoenders als sodomiten (4) ghepuniert worden: te weten die te doen hebben met Turcken, Sarazijnen oft Joden (5) want alle dese de rechten ende onsen Kersten geloove die niet anders en houden dan voor beesten, niet bij nature oft bij usantie van reden, maer om heurlieden hertneckinghe quaedtheydt bij de welcke sij het Kersten gheloove (sonder t’welck niemant salicheydt belooft en werdt) opelijck bestrijden, ende is den kerstenen verboden met hemlieden te woonen ende converseren. So veel te meer bij hemlieden te slapen ende vleeschelijck te converseren.(6) Het is duidelijk hoe moslims en joden hier als ‘beesten’ worden beschouwd.

Op pagina 128 lezen we dan hoe deze ‘misdadigers’ te straffen: Ende dit crime is in persoonen van vuyle conditien te puniere[n] lijvelijck ende metter doot…(7) Dat de geslachtsgemeenschap met dieren met de dood werd bestraft, vinden we reeds bij een ander bekende Vlaamse jurist, Filips Wielant (° Gent 1441, + Mechelen 1520), die tussen 1510 en 1520 zijn Corte instructie in materie ciminele schreef, een werk dat uitsluitend via handschriften bekend is.

Op p. 91 van de hedendaagse, gedrukte uitgave van vermeld handschrift lezen we:
[Cap. 64] Van den vulen faicte [vuile feiten] twelck zij heeten zodomie.
[1] Dit crime es abhominable, ende eyst [is het] ghedaen met beesten, den facteur [de dader] ende de beeste werden tsamen ghepuniert metten viere [door het vuur]… (8)

Hier is nergens sprake van joden en/of moslims. Evenmin is er sprake van joden en/of moslims in de Carolina, uitgevaardigd in 1532 door Karel V, waar we op p. 78 lezen:
Straff der unkeusch, so wider die natur beschicht.
116. Item, so eyn Mensch mit eynem vihe, mann mit mann, weib mit weib, unkeusch treiben, die haben auch das leben verwürckt, und man soll sie der gemeynen gewonheyt nach, mit dem fewer vom leben zum todt richten
.(9)
Of vertaald:
Straf voor wie onkuisheid tegen de natuur bedrijft.
116. Item, zo een mens met een dier, man met man, vrouw met vrouw, onkuisheid bedrijven, hebben ze ook het leven verbeurd, en men zal ze, volgens de gewoonte, door het vuur terechtstellen.
Het is dus bij Joos de Damhoudere dat joden en moslims met beesten worden vergeleken en gelijkgesteld.(10)

Hoe onkuisheid met dieren moet worden bestraft, staat eveneens door hem nauwkeurig beschreven:
De derde ende d’alder horibelste specie is alst [als het] ghedaen is met beesten, ende in dat cas den facteur ende de beeste werden gepuniert met den viere [vuur]. Maar hier soude mogen reysen ende spruyten een vraghe van sommige curieuse, waerom dat de beesten selven in dit crime ghepuniert werden, die jeghens der wet (dient sij niet en zijn capable) niet ghesondicht en hebben, noch sondighen en mogen, want alle sonden moeten zijn ghewillich [vrijwillig] ende uyt opsette, meyninge ende intentie procederen, welcke wille, meyninge ende intentie de dieren ende beesten niet en hebben. Daerom en zijn sij dese sonden niet beschuldich [worden ze van deze zonde niet beschuldigd].
Ten desen is goede solutie ende andtwoorde te geven, want de beesten en worden niet ghepuniert om heurlieder propre ende eyghen misdaet dat sij ghedaen hebben, maer om dat instrumenten mede gheweest hebben daer mede dat den Menschen de alderonspreeckelijxste sonde (die men noch en behoordt te noemen, noch te vertellen om haer enormiteyt onder de Kerstenen) gheperpetreert ende ghecommitteert hebben; om welck afgrijselijck misdaet ende sonden werden oock metter doot ghepuniert. Ende het is reden ende recht dat de selve instrumenten, te weten de beesten, metten mensche t’samen ghepuniert worden… (11)

We menen dat verdere commentaar hier overbodig is.

Noten

(1) In vermelde originele druk op p. 125 en volgende.
(2) In feite worden moslims en joden met beesten vergeleken, zelfs ermee gelijkgesteld.
(3) Ghepunierdt : gestraft.
(4) Homoseksuelen.
(5) De auteur maakt een onderscheid tussen Turken en Sarazijnen, beiden nochtans moslims.
(6) Vleeschelijck converseren: geslachtsgemeenschap hebben.
(7) Of in hedendaags Nederlands: met de doodstraf.
(8) F. WIELANT, Corte instructie in materie criminel. Uitgegeven en toegelicht door Jos Monballye, Brussel, Paleis der Academiën, 1995, 8°, 303 p.
(9) Die peinliche Gerichtsordnung Karls V. von 1532 (Carolina). Herausgegeben und erläutert von Dr. Gustav Radbruch, Stuttgart, Reclam, [1962], 16°, 160 p.
(10) De Damhoudere inspireerde zich wel deels op het werk van Filips Wielant.
(11) Zie vermeld werk van J. de Damhoudere, p. 126.

Marcel KOCKEN
 



Bookmark deze website 
Bookmark deze pagina