Skip to Content

De wapensage van de Berthouts

Type: 
Mededelingenblad
Auteur(s): 
De Win, Paul
Jaargang: 
40
Nummer: 
4
Plaats van uitgave: 
Mechelen
Jaar van uitgave: 
2009
Pagina's: 
s.p.

 

Zoals iedereen weet, gaat het wapenschild van Mechelen grotendeels terug op dat van de Berthouts, de voormalige heren van Stad en Land van Mechelen. De familie Berthout voerde namelijk een schild van goud [beladen] met drie palen van keel, of met andere woorden drie rode palen op een gouden veld.

Hoe de Berthouts aan hun wapen kwamen, maakt het voorwerp uit van een sage.

Er was eens… een koning van Aragon wiens rijk belaagd werd door de Sarazenen. Hij riep de hulp in van de vorsten en ridders van de christenheid. Onder de toegesnelde ridders bevond zich Wouter Berthout, die samen met een groep Brabantse ridders gevolg had gegeven aan de oproep van de belaagde koning.

De strijd tegen de Sarazenen werd beslecht in het voordeel van Aragon, niet in het minst door de strijdvaardigheid van Wouter Berthout. Toen de koning van Aragon ter ore kwam hoe dapper Wouter gestreden had, bood hij hem eerst een kasteel en daarna zelfs een provincie van zijn rijk aan. Wouter dankte de koning voor zijn gulle aanbod, maar verklaarde dat hij slechts zijn plicht had gedaan en dat een wijs man terugkeert naar het land waarmee hij zich verbonden voelt, namelijk zijn geboorteland. En zo keerde Wouter Berthout terug naar zijn eigen streek.

Niet lang daarna vielen de Sarazenen Aragon opnieuw binnen en weerom deed de koning een beroep op de vorsten en de ridders van de christenheid om hen te verdrijven. Ook nu weer gaf Wouter Berthout gehoor aan de oproep en trok hij ten strijde. Opnieuw werden de invallers verslagen en verdreven mede dankzij Wouters heldhaftigheid. Ook deze keer waren zijn moed en inzet de koning opgevallen en ook nu weer wilde hij hem belonen. Daar hij vernomen had dat Wouter nog niet gehuwd was, bood hij hem de hand van één van zijn dochters aan. Maar ook nu weer dankte Wouter de koning voor zijn genereus aanbod, maar verklaarde dat een wijs man zijn vrouw in eigen land kiest. En hij keerde terug naar onze contreien.

Maar het gebeurde een derde maal dat de Sarazenen het koninkrijk Aragon bedreigden en weer ging Wouter Berthout in op de bede om hulp vanwege de koning. Deze keer bracht hij de vijand een dermate verpletterende nederlaag toe dat er geen gevaar meer bestond voor een nieuwe aanval. De koning van Aragon wist niet wat te doen om Wouter te belonen, aangezien hij al elk gedaan aanbod had afgewezen. “Nooit heb ik zulk moedig en onbaatzuchtig man als u gezien, heer Berthout”, zo sprak hij Wouter toe. “Zo gij geen beloning van mij wenst aan te nemen, kies dan zelf wat gij als aandenken aan deze roemrijke dagen wenst te ontvangen.” Getroffen door de edelmoedigheid van de koning, durfde Wouter deze keer niet te weigeren. Als aandenken vroeg hij dan maar het voorrecht om eveneens het wapen van Aragon te mogen voeren, dat toen bestond uit zeven rode palen op een gouden veld of in heraldische vaktaal: van goud [beladen] met zeven palen van keel. De zeven palen symboliseerden de reeds behaalde overwinningen op de Sarazenen. De koning verklaarde dat het hem liever was geweest mocht Wouter drie van de voornaamste steden van Aragon hebben gevraagd, maar dat hij aan zijn wens tegemoet wilde komen. Hij zou hem drie van de zeven palen in het schild van Aragon afstaan, aangezien Berthout in drie veldslagen had gestreden. Hij gaf daarop zijn wapenheraut opdracht zijn eigen schild te verminderen met drie palen en schonk Wouter Berthout een schild van goud beladen met drie palen van keel. En van dan af voerde Berthout een gouden schild met drie rode palen en Aragon een gouden schild met vier rode palen.

Afhankelijk van de bron zijn er wel wat variaties op dit thema. Zo zou de koning aan Berthout eerst een kasteel en dan een ganse provincie hebben aangeboden en zou Berthout uiteindelijk een derde van het schild van Aragon hebben gevraagd, dat oorspronkelijk beladen was met negen palen. Deze versie loopt nogal mank, want dan zou het huidige wapen van Aragon beladen zijn met zes palen in plaats van vier. In een andere versie is men uitgegaan van het huidige wapenschild van Aragon en zou de koning aan Berthout de toestemming hebben gegeven het wapen van het koninkrijk te voeren met één paal minder, verwijzend naar zijn drie zegepralen.

De sage van het Berthoutwapen wordt enigszins tegengesproken door een andere sage die verhaalt hoe de graven van Aragon aan hun wapen gekomen zouden zijn. Onder de regering van Karel de Kale was het Iberisch schiereiland opgedeeld in graafschappen, waarvan Aragon er één was. De graaf van Aragon werd Godfried ‘de Behaarde’ genoemd omdat hij zoveel haar had en de koning geen. Karel de Kale en Godfried de Behaarde trokken samen ten strijde tegen de Sarazenen en wisten hen in een beslissende veldslag te overwinnen. Godfried kwam daarbij echter om het leven. Toen de koning het bebloede lichaam van de gesneuvelde graaf ontwaarde, steeg hij vol droefenis van zijn paard, doopte vier vingers in het bloed van zijn trouwe vazal en trok daarmee vier rode strepen over diens effen gouden schild, terwijl hij plechtig proclameerde: “Ter eeuwige nagedachtenis van deze dappere ridder zal dit vanaf nu het wapen zijn van Aragon”.

In een andere versie wordt Lodewijk de Stamelaar als koning ten tonele gevoerd en is Wilfried van Barcelona de hoofdpersoon van het verhaal. Beiden trokken eveneens ten strijde, zij het niet tegen de Sarazenen maar tegen de Noormannen. Dankzij de moed en inzet van Wilfried werd de veldslag met veel moeite gewonnen. Hopend op een grote beloning, bood Wilfried zich onmiddellijk na de strijd bij de koning aan nog bloedend uit verschillende wonden. Maar de koning doopte enkel zijn vingers in het bloed van zijn vazal, trok vier bloederige strepen over het gouden wapenschild van Wilfried en proclameerde: “Vanaf nu zal dit uw wapen zijn.”

Volgens een legende zou de adellijke familie de Merode trouwens afstammen van de graven van Aragon en daarom hetzelfde wapen voeren, maar ook dit is niet meer dan een legende.

Mogen we de wapensage van de Berthouts zonder meer naar het rijk der fabelen verwijzen? Absoluut. Niet dat verschillende Berthouts zich niet geëngageerd zouden hebben in de strijd tegen de “Sarazenen”, al is ook op dit punt de Fabeltjeskrant betrouwbaarder. Op grond van de door betrouwbare bronnen gestaafde geschiedenis van de familie weten we enkel dat Wouter I Berthout alias van Grimbergen vermoedelijk in 1157 een reis naar Palestina heeft ondernomen en dat Wouter III Berthout, heer van Mechelen, en zijn zoon, Wouter IV, aan de Vijfde Kruistocht hebben deelgenomen, waarbij Wouter III trouwens omgekomen zou zijn te Damiate (Egypte) in januari 1220. Het oudste zegel waarop de drie palen afgebeeld staan (zonder kleuren), gaat trouwens slechts uiterlijk terug op een zegel aan een oorkonde uit 1180 van Wouter II  Berthout….

Paul DE WIN

 Tekeningen van het zegel en de tegenzegel van Wouter II Berthout (afb. uit CROENEN, p. 37 afb.2 en p. 68 afb.3)

 

Bibliografie:

M. VAN DE CRUYS, Wapensagen uit de Zuidelijke Nederlanden, [Wijnegem, 2003].

K.C. PEETERS, Vlaams Sagenboek, Leuven, 1981.

F. PRIMS, Geschiedenis van Berchem, Berchem, 1949, p. 47.

G. CROENEN, Familie en Macht. De familie Berthout en de Brabantse adel, Leuven, 2003.

 



Bookmark deze website 
Bookmark deze pagina