Regelmatig worden musea en cultuurhuizen op de sociale media geconfronteerd met censuur. Google, Facebook en aanverwanten maken geen onderscheid tussen ‘artistiek naakt’ en pornografie. De rondborstige dames van Rubens kunnen niet meer in hun volheid getoond worden. Het doet denken aan de preutsheid die in de jaren 1920 en 1930 zo sterk aanwezig was. In Mechelen werd op 21 mei 1926 een Strijdersbond tegen de Openbare Onzedelijkheid opgericht en daarmee was de stad de pionier in het land. De initiatiefnemers waren vooraanstaande katholieken. De volgende jaren later werd de bond uitgebouwd tot Zedenadel, een landelijk netwerk dat nu nog bestaat.
Veertig jaar later klinkt een heel ander verhaal. Het feminisme wordt een ruim gedragen beweging voor emancipatie van de vrouw. Actiegroepen en Dolle Mina’s storen zich vanaf de jaren 1960 openlijk aan het stereotiepe beeld van de vrouw als lustobject, zoals in de reclame, en de achterstelling van vrouwen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Er komen tentoonstellingen over vrouwenrechten, vrouwenpraatgroepen en een Vluchthuis in Mechelen. Vrouwen willen zelf beslissen over hun zwangerschap en ‘baas in eigen buik’ zijn. Een plaatselijk abortus-komitée (let op de progressieve spelling!) mobiliseert vanaf eind jaren 1970 met folders en infosessies. De échte vader van de anticonceptiepil is een Mechelaar. Er is een hele stap gezet van Zedenadel tot “baas in eigen buik”.