Voor de gezeten burgers van Mechelen is de wereld enorm veranderd tussen de veertiende en de zestiende eeuw. Rond 1350 was het wereldbeeld van de inwoners van de stad nog grotendeels beperkt tot Noordwest-Europa, terwijl het zich rond 1550 uitstrekte tot in de Nieuwe Wereld. Rond 1350 waren de inwoners van de stad nog vanzelfsprekend katholiek, terwijl zij twee eeuwen later geconfronteerd werden met de Reformatie. Rond 1350 was Mechelen nog een eerder kleine, maar zelfstandige heerlijke enclave met een stedelijke economie die grotendeels rond textielproductie draaide. Twee eeuwen later kende Mechelen niet alleen een ongewoon veelzijdige luxe nijverheid, maar was ook de zetel van een trits belangrijke overheidsinstellingen van het machtige Habsburgse imperium waar de stad nu toe behoorde.
De lezing volgt de lotgevallen van de machtige en niet zo machtige families die de stad Mechelen hebben bestuurd tussen ca. 1360 en ca. 1560. De politieke elite van Mechelen moest zich aanpassen aan omstandigheden die ingrijpend veranderden. Dit aanpassingsproces zorgde er ook voor dat de elite zelf meer en meer van karakter veranderde. Die transformatie van de stedelijke elite staat centraal, waarbij ook enkele vergelijkingen met de elites van Brugge, Gent en Antwerpen aan bod komen.