Skip to Content

Marcel vertelt... Herinneringen in de marge van amnestie en Koningskwestie

Type: 
Mededelingenblad
Auteur(s): 
Kocken, Marcel
Jaargang: 
41
Nummer: 
4
Plaats van uitgave: 
Mechelen
Jaar van uitgave: 
2010
Pagina's: 
6-7

Het is ruim zestig jaar geleden, zo ergens rond 1948–1950. Er waren verkiezingen op komst. Een rechtse partij (CVP) ijverde onder andere voor amnestie voor de “collaborateurs” uit de Tweede Wereldoorlog. Haar militanten kalkten (voor wie het woord ‘kalken’ niet kent: met witkalk schilderen van slogans op gevels, muren, straten en pleinen) her en der in de stad in grote, soms scheve letters, AMNESTIE. De militanten van een linkse partij (BSP), geweldige tegenstander van voormelde amnestie, vervolledigden het woord met de letters V, L en R. En toen stond er VLAMNESTIER… Als dat geen humor in de politiek was.

Nog in dezelfde jaren kende ons land ook de beruchte “Koningskwestie”. Ik ga hier dit verhaal niet vertellen, het is veel te ingewikkeld. Maar één ding heb ik goed onthouden. Een socialistisch militant, de naam van Edward Wernaers werd ooit vermeld, en muzikant bij de socialistische harmonie “De Werker”, had een anti-Leopold III liedje gemaakt op de wijze van “Adieu, gij kleine gardeofficier, adieu” (een toenmalige operetteschlager). Ik herinner me hiervan nog een stukje van de tekst:
“Adieu, gij koning van de CVP, adieu
En speel maar voort want de golf bekoort
Adieu, adieu, gij koning van de CVP
(…).”
Dat “golf bekoort” had te maken met het feit dat Leopold III in volle crisistijd een partijtje golf was gaan spelen in het Zuid-Franse Antibes! Het partijtje golf is Leopold III later wel zuur opgebroken.

De zgn. koningskwestie leidde soms tot hilarische toestanden. Zo werden, na de bombardementen van 1944 en na het beëindigen van de oorlog, op de Leuvensesteenweg de kapot gesmeten huizen weer opgebouwd. Niet altijd kwamen de oorspronkelijke bewoners terug (sommigen waren gedood tijdens de luchtbombardementen) en in de nieuwe huizen kwamen “allochtonen” wonen, d.w.z. personen (families) afkomstig uit andere stadswijken of uit de omliggende dorpen. Zo was er de familie van Louis de metser (dit wisten we maar eerst later) die, zo mijn geheugen me niet in de steek laat, in het huis nummer 191 of 193 woonde. De echtgenote van Louis de metser, een eenvoudige volksvrouw, had op zekere dag een foto van Leopold III, met de tekst “Leve de Koning”, achter het raam gehangen. Helaas was de vrouw vermoedelijk slechtziende want het portret van de geliefde koning hing scheef…
Daar de buren de naam noch van Louis de metser, noch van zijn vrouw kenden, werd de familie al snel omschreven als “die van de scheve koning”. Toen ik in 1962 de buurt verliet, was de naam “dee van de schieve keuning” (dit is de Mechelse versie) nog immer in gebruik.

En over bijnamen kan ik nog uren verder vertellen: zo was er “Sneeuwwitje”, een doodbraaf, maar slonzig vrouwtje, “Roos Pastoer”, “Maria van den Bink”, “Zwette Polle” (de man had pekzwart haar), “Sjef Garaasj” (die ooit een kleine garage had opengehouden), “Lowee van ’t Oekske” (Louis van op het hoekje, een kruidenier), “Sjankse van Jeanneke van Jeanet”, de “Schieve Gerde” (een oud-politieman met erg kromme benen), “Wis van den Ijlewijtsen Boor”, “Groete Smool” en “Mille van Paula van Groete Smool”, die de katers snee (d.i. kastreerde) en in zijn vrije tijd “apache” speelde (“apache” is een job bij het dresseren van honden); zo waren er “dee van de Snottebellen”, “Mille en Melle”, “Nante en Maree” en verder nog “Mit van d’eurgel”en “Dikke Feen”, twee schitterende cafébazinnen, enz., enz.
Het waren allen, zonder uitzondering, brave mensen die geen vlieg kwaad deden en die, wanneer nodig, elkaar hielpen. Misschien vertel ik daar ooit nog eens iets over.

En à propos, “dee van de Kokke” sloeg op mijn familie.
 



Bookmark deze website 
Bookmark deze pagina